Geen mirakeloplossing
Met hun ingrepen maken de centrale banken het leven niet gemakkelijk voor spaarders die geen risico willen nemen en traditioneel kiezen voor geldbeleggingen zoals termijnrekeningen of spaarrekeningen. De rente die deze beleggingen bieden, is momenteel bijna nul en sommige banken denken er zelfs over om een negatieve rente toe te passen, net als de Europese Centrale Bank doet voor hun deposito's bij deze instelling. Als een bank op dergelijke producten nog altijd een hoge rente biedt, moeten spaarders zich vragen stellen over het solide karakter van deze bank.
Dilemma voor de belegger
De logische reactie van de voorzichtige spaarder is dan ook geweest om van geldmarktproducten over te stappen naar obligatiebeleggingen. Deze beleggingen houden weliswaar iets meer risico in omdat de koers van een obligatie, en dus van een obligatieportefeuille, in tegenstelling tot een spaarrekening, aan schommelingen onderhevig is. Voor zover de obligatie echter een vaste vervaldag heeft, krijgt de spaarder op die vervaldag in ieder geval 100% van het belegde bedrag terug. Die redenering gaat echter alleen op wanneer de emittent van de obligatie solvabel is, denken we maar aan de ervaringen van beleggers in Griekse staatsobligaties of in bedrijfsobligaties van General Motors. Spaarders staan dus voor een nieuw dilemma: de rente op kwaliteitsobligaties is zeer laag. Zo heeft Duitsland onlangs een staatsobligatie op 10 jaar uitgegeven met een rente van minder dan 1%. Wie een hogere rente wil, moet grote toegevingen doen op het gebied van kwaliteit van de debiteur, of in exotische munten beleggen en het wisselrisico erbij nemen. En zelfs in dat geval is de rente niet bijzonder aantrekkelijk, noch is ze in verhouding tot het risico.
Rendement van een duitse staatsobligatie op 10 jaar
Risico: volatiliteit
En hier komen aandelen om de hoek kijken. Op het eerste gezicht zal de voorzichtige spaarder aandelen als te riskant beschouwen, vooral na de hausse van de afgelopen jaren. Als we ons voor het risico van een belegging baseren op volatiliteit, zijn aandelen inderdaad riskant. De koers van een aandeel is meer aan schommelingen onderhevig dan de koers van een obligatie. De waarde van een aandelenportefeuille kan op korte tijd dalen met 10 of 20%, of zelfs meer, zonder dat de kerngegevens van de ondernemingen waaruit ze bestaat, noodzakelijkerwijze zijn veranderd. Beleggers die aandelen kopen moeten die volatiliteit kunnen aanvaarden, zowel financieel (niet verplicht zijn op het slechtste moment te moeten verkopen) als emotioneel (niet panikeren op het slechtste moment).
Risico: kapitaalverlies
Momenteel kunnen we ons echter de vraag stellen of volatiliteit de beste maatstaf is voor risico. In een omgeving die gekenmerkt wordt door heel wat structurele problemen is het risico op een definitief kapitaalverlies, of van een aanzienlijk deel daarvan, de vraag die men zich moet stellen. In het geval van aandelen kan dat risico grotendeels worden vermeden door aandelen te kopen van kwaliteitsondernemingen en voldoende aandacht te besteden aan de prijs. Dat risico is echter veel groter bij obligaties van minder goede kwaliteit, gewoon omdat ondernemingen die veel obligaties uitgeven per definitie een min of meer grote schuldenlast hebben.
Risico: koopkrachtverlies
Daarnaast is er ook het risico op koopkrachtverlies. Een bedrag van 100.000 euro op een spaarrekening is binnen vijf jaar misschien nog altijd 100.000 euro, maar als de levensduurte blijft stijgen, kunnen daar minder goederen en diensten mee worden gekocht.
Kwaliteit en dividend
Wat kunnen beleggers doen? Er bestaat geen mirakeloplossing. Spaarders die de volatiliteit van aandelen niet willen of kunnen aanvaarden, moeten tevreden zijn met zeer lage rendementen, die zelfs nul kunnen zijn, en met een verlies aan koopkracht. Daarnaast zullen zij aan de verleiding moeten weerstaan om obligaties van minder goede kwaliteit te kopen omdat deze een iets hogere rente bieden. Spaarders die de volatiliteit van aandelen wel kunnen aanvaarden (wat een voldoende lange beleggingshorizon vereist) zouden de sprong moeten wagen en een deel van hun vermogen beleggen in aandelen van kwaliteitsondernemingen, door onder andere voldoende aandacht te hebben voor het dividend. Hoewel de evolutie van de beurskoersen (op korte termijn) vaak volledig los van de kerngegevens van de ondernemingen verloopt, wordt het uitgekeerde dividend rechtstreeks beïnvloed door die kerngegevens en is het dus heel wat minder volatiel, op voorwaarde dat een goede selectie van ondernemingen werd gemaakt. Voor beleggers die op zoek zijn naar regelmatige inkomsten zijn er dus nog heel wat vooruitzichten.