Luxemburg
16, boulevard Royal – L-2449 Luxembourg
 
Maandag tot vrijdag
8.00 u. tot 17.00 u.

Dividendaandelen: een zeepbel?

 Al het nieuws
 

De centrale banken hebben met hun monetaire beleid een omgeving geschapen waarin spaarders die regelmatige inkomsten wensen, op zoek moeten naar alternatieven voor de traditionele vastrentende beleggingen. Aanvankelijk leidde dat tot een voorkeur voor de riskantere segmenten van de obligatiemarkt, namelijk bedrijfsobligaties, obligaties van opkomende landen en hoogrentende obligaties. Door de instroom van kapitaal in die segmenten zijn de koersen gestegen, met een daling van de rentevoeten tot gevolg. Beleggers kijken daarom steeds meer naar dividendaandelen.

Dividenden: een veelzeggende indicator

De toegenomen interesse voor dividendaandelen lijkt dus verband te houden met de lage rentevoeten. Toch waren deze aandelen ook vroeger al aantrekkelijk. Uit de beursgeschiedenis blijkt immers dat dividenden op lange termijn bijna 50% van het rendement van een aandelenbelegging vertegenwoordigen. Bovendien zijn dividendaandelen vaak veel minder volatiel dan de markt als geheel, alleen al omdat de winsten van de betrokken ondernemingen doorgaans eveneens stabieler zijn. Daarbij komt nog dat ondernemingen hun dividend in het algemeen niet zo gauw verlagen, omdat een dalend dividend wordt geïnterpreteerd als een aanwijzing voor problemen. Het dividend zegt dan ook veel over de toekomstige prestaties van een onderneming. 

Speculatieluchtbellen herkennen

Een vraag die veel beleggers bezighoudt, is of dividendaandelen geen hype zijn geworden. Die vrees wordt blijkbaar gevoed door bepaalde statistieken, waaruit blijkt dat fondsen die in dat segment beleggen onlangs een grote instroom hebben gekend. Het lijkt mij echter vrij onwaarschijnlijk dat aandelen van ondernemingen met een hoog dividend zich in een zeepbel zouden bevinden. Stel bijvoorbeeld dat een onderneming een dividendrendement van 4% biedt. Dan zou de dividend-koersverhouding 0,04 (4%) bedragen, en de koers-dividendverhouding dus 25. Aangezien het dividend in principe lager of gelijk is aan de winst (een onderneming keert in de regel niet haar volledige winst uit), zou de koers-winstverhouding maximaal 25 zijn. In dat geval zou het aandeel weliswaar behoorlijk duur zijn, maar zijn we nog ver van een zeepbel.

Een steeds veranderend universum 

Het is uiteraard mogelijk dat de koers van een onderneming die aanvankelijk een hoog dividend uitkeert zich op irrationele wijze ontwikkelt, waardoor die onderneming fors overgewaardeerd raakt. Naarmate de koers stijgt, zal het dividendrendement echter dalen en op een bepaald moment zal het aandeel niet meer als een dividendaandeel kunnen worden aangemerkt. Het universum van dividendaandelen is met andere woorden voortdurend in beweging. Aandelen waarvan de koers ten opzichte van het dividend te sterk stijgt, verdwijnen uit het universum, terwijl andere aandelen die er aanvankelijk niet toe behoorden, er mettertijd wel deel kunnen van uitmaken wanneer hun koers voldoende daalt in vergelijking met het geboden dividend. De vraag of er sprake is van een speculatieluchtbel is dus niet aan de orde, tenzij we het aandelenuniversum beschouwen als een gesloten geheel. In dat geval zou de instroom van grote hoeveelheden kapitaal in dat universum inderdaad een zeepbel kunnen veroorzaken.

Voor dividendaandelen kan zich ook het omgekeerde fenomeen voordoen. Een onderneming kan zeer aantrekkelijk ogen door een zeer hoog dividend in vergelijking met de koers van het aandeel. Dat zou bijbeleggers echter een alarmbelletje moeten doen rinkelen. De kans bestaat namelijk dat de koersdaling te wijten is aan problemen die nog niet tot uiting komen in het dividend, dat meestal slechts eens per jaar wordt aangepast. Wat dat betreft, kunnen we lessen trekken uit de aandelen van financiële instellingen in 2008 en 2009 of, recenter, van bepaalde telecombedrijven.

Regelmaat: een vaste waarde!

Uit de beursgeschiedenis blijkt trouwens dat de beste prestaties niet werden neergezet door ondernemingen met zeer hoge dividenden (in vergelijking met hun beurskoers), maar door ondernemingen met een gestaag stijgend dividend. Voor verschillende landen werden indexen van dergelijke ondernemingen samengesteld. De onderstaande grafiek geeft de duidelijk betere prestatie weer van de index van 'dividend aristocrats' in vergelijking met de S&P 500-index van de Amerikaanse markt.

Dividendaandelen: blijvende aantrekkingskracht

Dividendaandelen zullen nog niet zo gauw in de vergeethoek belanden, alleen al wegens de demografische trends. In de ontwikkelde landen daalt het aantal personen in de leeftijdscategorie van 25 tot 49 jaar namelijk, terwijl de leeftijdscategorie van 50 tot 74 jaar aangroeit. Dit betekent voor de financiële markten dat kapitaalbescherming en de nood aan regelmatige inkomsten voor een toenemend aantal beleggers belangrijker worden dan kapitaalgroei op lange termijn.

Eind oktober 2007 introduceerden wij ons fonds BL-Equities Dividend (ISIN-code: LU0309191657). De onderstaande grafieken geven de regio- en sectorallocatie van het fonds per eind april weer. In vergelijking met de referentie-index, de MSCI World High Dividend Yield-index, is het fonds fors minder belegd in de Verenigde Staten, een qua dividendrendement eerder onaantrekkelijke markt. Deze beperkte aantrekkelijkheid is enerzijds te wijten aan de duidelijk betere prestaties van die markt in de afgelopen maanden en anderzijds aan het feit dat Amerikaanse ondernemingen er doorgaans de voorkeur aan geven eigen aandelen in te kopen in plaats van hun dividend te verhogen. (Het hoge gewicht van deze markt in de MSCI-index is te verklaren door de hoge beurskapitalisatie van de Amerikaanse markt.) Wat de sectorallocatie betreft, zijn de grootste verschillen het gevolg van het feit dat het fonds niet belegt in aandelen van overheidsbedrijven, banken en verzekeringsmaatschappijen.

Regioallocatie van BL-Equities Dividend

 



Sectorallocatie van BL-Equities Dividend

De onderstaande grafiek geeft de ontwikkeling weer van de netto-inventariswaarde (NIW) van BL-Equities Dividend sinds de oprichting. De meerprestatie van het fonds ten opzichte van de referentie-index is hoofdzakelijk te verklaren door het feit dat het fonds erin geslaagd is om de verliezen bij dalende koersbewegingen te beperken (klik op het vergrootglas om in te zoomen).

Ontwikkeling van de netto-inventariswaarde van BL-Equities Dividend

 

Guy Wagner, Chief Investment Officer

Originally from a family of entrepreneurs in Luxembourg and with a degree in Economics from the Université Libre of Brussels, Guy joined Banque de Luxembourg in 1986, where he was successively responsible for the Financial Analysis and Asset Management departments, then became Managing Director of BLI - Banque de Luxembourg Investments, an asset management company newly created in 2005.

From July 2022 on, he devotes himself exclusively to his role as Chief Investment Officer, to the management of the portfolios and to the management of the team in charge management of the various funds.

Follow me on LinkedIn